Het programma richt zich op een specifieke doelgroep op de HAP: kinderen. De beoordeling van met name de vitale functies en ook het toestandsbeeld (fase 1) vraagt specifieke kennis en vaardigheden. Een kind is immers geen volwassene! Er zijn anatomisch en ook qua fysiologie grote verschillen. Daarnaast heb je als triagist veelal te maken met zeer bezorgde ouders/verzorgers. Dit alles maakt het triëren bij kinderen niet eenvoudig!
Tijdens de training wordt, naast fase 1, vooral ook aandacht besteed aan het op een juiste wijze uitvragen van de klachten en symptomen en de kind-specifieke ingangsklachten uit de Nederlandse Triage Standaard (NTS). Met name de triagecriteria staan hierbij centraal. Het gaat daarbij niet alleen om de vraag Wat er gevraagd moet worden, maar ook Hoe vraag ik de criteria uit en Waarom wordt naar een bepaald criterium gevraagd. Wat is de relevantie van een criterium in de urgentiebepaling? Naast de inhoud van de NTS bevatten de NHG-Strandaarden ook relevante informatie op dit punt. Vandaar dat er in de voorbereiding ook verwezen wordt naar de NHG-Standaarden.
De training is interactief van opzet. Er wordt zo veel mogelijk gebruik gemaakt van ervaringen van deelnemers, gespreksmateriaal en casuïstiek.