Overzicht trainingen

Triage en thoracale klachten

Over het algemeen is het aantal presentaties op de huisartsenpost met betrekking tot thoracale klachten en klachten van de bovenbuik groot en divers. Regelmatig gaat het hierbij om de hogere urgenties. Hoe ingewikkeld is de triage bij een patiënt met deze klachten? Wat voor de ene patiënt een vorm van lichte benauwdheid is, betekent voor de ander een hevige kortademigheid. De een omschrijft zijn klachten als pijn op de brost, de ander omschrijft dezelfde klachten als een benauwd gevoel. Wat is vegetatief en wanneer is er sprake van vegetatieve verschijnselen als gevolg van een circulatoir probleem? Pijnklachten kunnen zich uiteenlopend presenteren: van heel aspecifiek tot heel karakteristiek. Ook onder invloed van hevige pijn kunnen vegetatieve verschijnselen optreden.  Onschuldig lijkende armklachten vormen soms een valkuil tijdens de triage. Om nog maar te zwijgen van de niet-klassieke presentaties van patiënten met een ACS. Kortom, een ingewikkelde opdracht aan de triagist om tot een veilige urgentiebepaling te komen. 
Het programma richt zich dan ook vooral en in eerste instantie op het veilig stellen van de vitale functies, ongeacht de oorzaak van de klacht. De beoordeling van met name de vitale functies en ook het toestandsbeeld (fase 1) vraagt specifieke kennis en vaardigheden.  

Tijdens de training wordt, naast fase 1, vooral ook aandacht  besteed aan het op een juiste wijze uitvragen van de klachten en symptomen en de specifieke ingangsklachten uit de Nederlandse Triage Standaard (NTS). Met name de triagecriteria staan hierbij centraal. Het gaat daarbij niet alleen om de vraag Wat er gevraagd moet worden, maar ook Hoe vraag ik de criteria uit en Waarom wordt naar een bepaald criterium gevraagd. Wat is de relevantie van een criterium in de urgentiebepaling? Naast de inhoud van de NTS bevatten de NHG-Strandaarden ook relevante informatie op dit punt. Vandaar dat er in de voorbereiding ook verwezen wordt naar de NHG-Standaarden. 

De training is interactief van opzet. Er wordt zo veel mogelijk gebruik gemaakt van ervaringen van deelnemers, gespreksmateriaal en casuïstiek.